vrijdag 30 april 2010

Dag 21 Fuenterroble van Salvatierra - Morille



Vanmorgen kwart over zes de eerste wekkers gingen en meer dan de helft van de pelgrims hadden hun bed al verlaten, in het donker scharrelden zij hun spullen bij elkaar.

Het was vol in het kippen hok, zo'n 20 pelgrims sliepen opeen gepakt.
Vannacht had een telefoon elke 10 minuten een signaal gegeven dat er geen verbinding was en het duurde eindeloos voordat de eigenaar doorhad dat dit signaal van zijn toestel afkomstig was en het uitzette.

Gisterenavond hebben we lekker met drie Hollanders gegeten en halverwege schoof mijn Franse vriend aan die een klein beetje Duits spreekt en ik ook, dus we hebben vermakelijke conversatie. Hij begint meestal in het Duits en als hij het niet meer weet schakelt hij automatisch over in het Frans, zonder dit zelf te merken. Ik kan hem meestal wel volgen tenzij hij in het Frans begint te ratelen en hij merkt dat ik de draad kwijtraak. Mijn tafelgenoten beginnen moe te worden van al het schakelen in verschillende talen en zijn blij dat zij over twee dagen huis waards keren. Ondanks alles drinken we gezellig twee flessen wijn leeg en een borrel na afloop.
De Fransman heeft zijn auto opgehaald van zijn vertrekpunt Casares en slaapt vannacht in de auto en gaat morgen om vijf uur rijden naar Barcelona, als we bij zijn auto komen blijkt dit een meer dan 20 (over)jarige Peugeot te zijn, hij heeft er nog steeds plezier in zegt de Fransman.
Dus vanmorgen vroeg op stap voor de 34 km, na afscheid te hebben genomen van de herbergier die met koffie en stokbrood ons uitgeleidde deed en de pelgrims die met de bus gaan om de route te verkorten of niet instaat waren zo'n afstand te lopen.
Ik verlaat eenzaam het plaatsje en al bij de eerste kruising mis ik de richtingaanwijzing, voor mij loopt de Spaanse schilder die ook de weg nog niet gevonden heeft, non verbaal laten wij elkaar weten te zoeken tot er een kreet komt en hij de richting gevonden heeft. We lopen over een weg het dorp uit, slaan rechtsaf een pad in en dan klimt de zon langzaam boven de horizon en kleurt de wereld aan mijn rechterhand van oranje langzaam naar geel. We lopen door een wijds gebied over een 10 meter brede strook grasland, de wereld is naar alle kanten eindeloos, links stijgt de zon langzaam en kleurt de wereld, rechts een het vergezicht met graslanden en bomen en een eindeloze weg voor mij uit.
Als de einder wat zichtbaarder begint te worden door een Romeinse paal en het derde houten kruis, begint de weg langzaam te stijgen. Het pad versmalt langzaam hoe hoger we komen en uiteindelijk blijft er alleen een smal pad over.
Deze weg zou ook de kruisweg genoemd kunnen worden en staan wel tien, meters hoge houten kruizen langs deze weg tot de uiteindelijke hoogte waar het ijzeren kruis staat.
De afdaling is scherp en kost veel kracht om af te remmen en de voeten niet te overbelasten. Dan vervolgt de weg zich slingerend door het glooiende landschap en zijn de vergezichten over graslanden weer terug, er is nu wat sluimer bewolking waardoor de zon wat getemperd wordt en dit het lopen veraangenaamd.
Ik loop weer over klei met stenen paadjes langs de stille weg, ik passeer een enkel huis en na een lange klim door de weiland gevolgd door een afdaling bereik ik het dorpje San Pedro van Rozados en na nog 4,5 km bereik ik de herberg in Morille.
Bij de herberg is er een aardige ruzie aan de gang, mijn Hollandse tochtgenoten waren met de bus gegaan en hadden een bed voor mij gereserveerd, twee Spanjaarden pikten dit niet en eisten dat de eigenaar het bed in bezit nam, ik dus.
De herbergierster zat er mee in haar maag en had nog een oplossing een luchtbed in het gemeentehuis, dit stond mij wel aan ik was in goede stemming en de ruzie gesust en ik slaap lekker vannacht op een tweepersoons luchtbed.




.



Dag 20 Calzada de Béjar - Fuente de Salvatera

Vandaag weer een lekker tochtje door Spaanse natuurgebieden, we zijn de provincie Leon ingelopen, het zonnetje is aanwezig maar ook de nodige bewolking verschijngt waardoor het niet zo warm meer is als gisteren.


Ik loop vandaag met twee Nederlanders, de een heeft last van zijn voet en weet niet of hij de hele tocht loopt, de ander heeft zijn routeboekje gegeven aan aan een tochtgenoot die al verder op de route zit, dus hij weet soms niet waar hij heen moet. Ik ben dus even backup en het loopt met elkaar wel prettig, als ik alleen loopt lijkt de weg langer te duren. We hebben een lekkere stop na 2,5 uur lopen en om 13.30 lopen we bij de herberg naar binnen, veel bekenden begroeten ons en het is weer gezellig vol. De dagelijkse rituelen volgen en daarna wordt er uitgebreid van gedachten gewisseld wat we morgen gaan doen, de tochtggenoten zien het niet zitten om 28,5 km te lopen en zoeken onderdak halverwege, zelfs een Spaanse Nederlandse kan hen niet helpen aan onderdak.

Dus blijft als alternatief de bus naar het volgende dorp, dit trekt hen niet echt aan maar als er niets anders is zal het wel moeten. Als alternatief overnachten in Morillo dat nog 6 km verder ligt als San Pedro en de volgende dag doorlopen naar Salamanca. Dit laatste lijkt het meest voor de hand liggend.

donderdag 29 april 2010

Dag 19 Banos van Montemayor - Calzada de Béjar





Hola,
Vandaag een rustig tochtje, klimmen, dalen en weer klimmen. Ik loop weer over prachtige weggetjes en in de buurt van de Japanner wat best wel gezellig is. In het eerste dorp strijken we neer voor de koffie en dat doen meer tochtgenoten, routes worden bekeken en de verschillende boekjes geven ook een verschillende uitleg. Gelukkig hebben we duidelijke wegwijzers waardoor het moeilijk wordt om verkeerd te lopen. Om 13.00 uur hou ik het voor gezien als ik de herberg in Calzada de Béjar tegen kom.


Je kunt er eten en ik werd meteen uitgenodigd voor de lunch over een uurtje, dus spullen uitgepakt, douchen, kleding wassen en ik lag nog niet op bed om nog even bij te komen toen ik hoorde "hé Dirk" en daar stond Fred die samen loopt met Bart, Jacq die ook met hen meeliep loopt vooruit hij maakt langere tochten en de laatste tochtgenoot Krijnie ben ik al eerder tegen gekomen in Caceres, zij ging het restant met de bus, zij zou toch maar tot Salamanca gaan. Leuk om onderweg even een paar bekenden tegen te komen en Nederlands te kunnen praten, na al het Duits, Engels, Frans en Spaans. Lekker gegeten met de Hollanders, zij lusten ook wel een biertje en we besluiten morgen samen te lopen.





dinsdag 27 april 2010

Dag 18 Camparra - Banos van Montemayor





We waren blij dat wij gisteren in de alberge eten kregen want in het dorp was er niets te vinden, hoewel dit eten zou ik niet uitgekozen hebben, maar beter wat dan met een lege maag naar bed.

We aten vermicelli soep waar volgens mij wat ei in ronddreef, het was niet helemaal te definiëren, daarna een doorzichtige vis met doperwtjes, met wat zout erbij smaakte het nog wel zonder was het smaakloos, een kant en klaar puddinkje toe maakte het feest compleet.
Ik zat met het Duitse echtpaar, een Duitse man die op zoek was naar zijn vriend (waar ik twee dagen mee opgetrokken heb) en een Spanjaard van 75 jaar.
De Duitser was niet te stoppen in zijn gesprekken, de herbergierster kende de vriend van de Duitser ook want deze was ziek geweest in de herberg en zij had speciaal voor hem gekookt, hij was gisteren wat beter weggegaan (hoe is het mogelijk!).
De Duitser wist het beter hij had al contact gehad met zijn vriend en zou hem morgen achterna lopen, het ging uiteraard weer goed met hem.
De Spanjaard wist ook alles beter hij wist dat er geen café was waar de Duitser een biertje gedronken had, de eigenaresse Monica kon hem helaas geen gelijk geven, waarop hij met een zuur gezicht zei dat hij zich zeker vergist had.
Hij vertrok elke morgen om vijfuur uit de herberg zonder dat andere pelgims dit zouden merken. Wij wilden om 07.00 uur opstappen en voor die tijd ontbijt nemen, wie was er als eerste beneden de Spanjaard hij had vijf uur zeker gemist en gedroeg zich als een baas die alles wist (de herbergierster had alles klaargezet voor ons), de Spanjaard at maar één geroosterde boterham en maakte bezwaar dat er nog meer geroosterd werd, wij begrepen zijn bezwaren niet zo goed en aten rustig onze geroosterde boterhammen terwijl hij mokkend toekeek en geen tweede wilde, toen de herbergierster verscheen deed hij meteen uitgebreid verhaal waar zij tot zijn teleurstelling niet zoveel mee deed. Bij het ontbijt werden wij weer uitgebreid op de hoogte gesteld door de Duitser hoe goed hij kon lopen, we kregen hier ook al snel genoeg van en zijn op pad gegaan. Weer een mooie tocht, langs boomgaarden en weilanden met de besneeuwde bergen op de achtergrond was het vaak een schilderachtig plaatje en voor 13.00 uur had ik 28,5 km weggetikt, was wel goed voor de warmte en als ik zo doorloop ben ik donderdag in Salamanca en ruim over de helft (meer dan 500 km) van de tocht.

Adios

Dirk










maandag 26 april 2010

Dag 17 Galisteo - Caparra


Op maandag (wasdag) lopen we weer verder over de Camino van Gimaldo naar Galisto, zo'n 20 km en als ik zin heb ga ik verder. Het landschap is weer adembenemend we lopen meestal over paadjes op particulier terrein, dat betekend hekken openmaken en weer achter je sluiten, vaak loop je te midden van het vee, koeien, schapen of geiten.

Vooral de koeien zijn indrukwekkende beesten, grote hoorns op hun kop echt zo'n Spaanse koe, het zou haast een stier kunnen zijn.
Gelukkig zijn zij banger van ons dan wij van hen !!!!! (ik kan hard lopen).
Van morgen hebben we eerst uitgebreid afscheid genomen van een aantal Spaanse die werkten in het onderwijs en weer aan de slag moesten, uiterst hartelijke Spanjaarden, gisteren werden wij bij hun afscheidsmaal waarbij wij ook aan zaten, getrakteerd op een borrel, je kan je wel voorstellen dat de stemming toen helemaal los kwam.
De bar naast de alberge beheert deze een beetje en je mag verblijven tegen een gift, de vrouw van de baas kookt voor de pelgrims en nodigt hen van harte uit om zowel 's middags als 's avonds mee te komen eten, ik heb 's avonds mee gedaan wel zo gezellig met z'n tienen aan tafel, de bazin en een tafelgenoot spreken alleen Frans de tafelgenoot ook nog enkele andere talen dus zij regelen de boel, ik zou haast zeggen het gaat op z'n Frans maar dat kan niet we zitten in Spanje.
Ik heb goed geslapen ondanks een kleine kamertje met vier lotgenoten, ik was zowaar de laatste die uit bed kwam. (er waren drie kleine kamertjes met vier bedden, een aantal mochten op matrassen op de grond), ik ben blij dat ik 's nachts het bed niet uit hoef.
's Morgens ontbijt, ik betaal netjes twee euro vijftig en krijg niets iedereen om mij heen wel, toen ik verhaal ging halen dacht zij dat ik al gegeten had, hoe kom je erop!!! leg dat maar eens uit in het Spaans, uiteindelijk kwam het allemaal goed.
Dus zonnetje weer op, briesje in de rug heuveltje op en af, we lopen weer prachtig in deze omgeving, het zal wel saai worden dat ik dit zeg maar het is toch zo, ik kan er niet anders van maken. Als het wat later in de morgen wordt, na tienen wordt het al flink warm en na 12.00 moet je eigenlijk ophouden, maar er zijn uitzonderingen. Een Duits echtpaar wil wel een stukje verder met een taxi omdat in Galisto geen herberg aanwezig is, wordt verbouwd of is gesloten, als we dan toch met de taxi gaan laten we ons vervoeren naar Olivia de Placencia, waar een goede herberg is, er wordt voor ons gekookt vanavond, de bedden zijn met lakens en dekbedden opgemaakt en er is morgenochtend ontbijt. Bij het afrekenen van de taxi deelt de Duitser het bedrag door twee, als ik daar later over nadenk vraag ik mij af of als hij met zijn vouw uit eten gaat ook maar voor één persoon betaald.

zondag 25 april 2010

Dag 16 Embalsa de Alcantara - Gallisto


Je loopt lekker langs het meer en je ziet de vissen luchthappen, spartelen achter elkaar en je leest in de stilte het tweede verrukkelijke verhaal uit het boekje gegeven voor deze momenten langs de Camino, waar je weer dagen lang bij stil kan staan, dromend loop je langs de herberg en een aardige vrouw aan een tafeltje met een glas wijn vraagt in het Engels of je een cracker met kaas wil, natuurlijk wil ik dat en de eerste vraag is dan ook "where you come from", Holland!! tot mijn verbazing, als ik daar overheen ben zeg ik dat we dan beter in het Nederlands verder kunnen gaan, wat een brede glimlach te weeg brengt. Zij heeft een doosje met lekkere zachte kaas gekocht in Cacere en een glaasje wijn er bij en we hebben een heel gezellige middag. Zij een wereldreiziger is op weg na veel omzwervingen naar huis. We blijken gemeenschappelijke lotgenoten te hebben en babbelen er vrolijk op los in het zonnetje met het meer aan onze voeten, de wind door onze haren en we voelen ons als.......
Later als ik aan de sla zit na de verrukkelijke kaas die mij ongetwijfeld niet lichter maakt, wordt mij gevraagd of ik morgen met de taxi mee wil om 30 km te overbruggen omdat er weinig slaap mogelijkheid is, na overweging vind ik dat toch wel wat te veel gevraagd en ik besluit gewoon te gaan lopen.

Met spijt verlaat ik de herberg na een goed ontbijt. Ik ben geen ei liefhebber in de morgen dus ik mis dit ook niet, een kopje koffie, wat toast en jam en het is prima. Als we de boel weer opgehesen hebben beginnen we meteen aan een forse steile klim van meer dan een kilometer, hallo goede morgen, je bent meteen wakker, en als je dan ook nog loopt met een Duitser (stuk jonger) die dit wel gewend is en je wil je niet laten kennen dan hobbel je mee en blijkt dat je meer in je mars hebt dan je dacht, beide zijn wij na 10 km even aan ons eind maar dan is er gelukkig een bar om op krachten te komen, het tussenstuk na zo'n vijf km is saai langs de autoweg omhoog klimmen, wel pfffffend.
Dan weer de eikenbossen door over weilanden langs stenen paadjes en door stroompjes waden. Het heeft de laatste twee jaar veel geregend in Spanje anders was het meer dat er nu zo prachtig bij lag een moeras geweest, en hadden we niet lopen soppen of over stenen een rivier overgestoken. Het land zou dan wel minder groen geweest zijn, dus dan maar liever af en toe wat ploeteren, om één uur gaf ik het op we hadden de herberg in Gallisto bereikt, waar menig pelgrim voor de bar lekker aan een glaasje zat, het is toch zondag dus ik heb ook maar een slokje genomen.

.

vrijdag 23 april 2010

Dag 15 Casar de Caceres - Embalsa de alcantara

We hadden een prima Hostal in Cecares, vijf tocht genoten op de kamer en met vier uit eten geweest bij, nee geen menu de peligrina, maar Italiaans. Geweldige spaghetti gegeten en tiramisoe als nagerecht, de kok was verguld met ons, hij bracht de gerechten zelf en probeerde in het Frans Duits en Nederlands contact met ons te maken, hetgeen sfeer verhogend was.


Nog net voor tienen waren we binnen en hebben we goed geslapen. Bij het ontbijt kreeg ik te horen dan John niet verdergaat, zijn budget is niet toereikend en hij gaat terug naar huis, dit was wel een domper aan het begin van de dag. We konden goed met elkaar en het was altijd gezellig om elkaar te ontmoeten. Zo gaat dat op deze Camino en in ons leven, een komen en gaan van mensen

.

Ik liep vanochtend op met een Zwitser en een Duitser die er flink de pas in hebben gezet, hetgeen voor mij wel weven goed was om me over het afscheid heen te zetten. We hadden een prachtig wandelpad tussen weilanden, boomgaarden, stenen muurtjes en vaak een fantastisch gezicht op het dal, waarin lange tijd de nevel bleef hangen met de stralende zon daarboven.


Het is geweldig goed weer om te lopen, korte broek en T-shirt, lekker windje erbij en mijn tochtgenoten die niet zo tegen de zon kunnen lopen al snel rood aan en moeten flink smeren. Zij hebben er flink de pas in en ik kan aardig meelopen omdat ik vandaag voor het eerst voel dat de voeten doen wat ik graag zou willen, lekker voort schoffelen en ook de rugtas valt vandaag bijzonder goed, ondanks het meerder gewicht dat ik bij mij heb in verband met het weinige dat te koop is onderweg op deze tocht.


Dus de eerste 10 km trek ik mee en daarna neem ik mijn pauze, heb ik verdiend vind ik en mijn voeten zeker, ik moet niet te vroeg juichen maar dit heb ik vast mee.


De tocht vervolgt zich over paadjes door het glooiende landschap, dan krijgen we bergpaadjes met uitzicht over het meer, fabelachtig de bloemenzee langs de weg en het uitzicht, steile klimmen en scherpe afdalingen volgen elkaar op maar het uitzicht blijft. Na een stuk langs de weg en twee bruggen overgestoken te zijn kom ik bij een Bar, een Duitse vriend komt mij te gemoed en een hartelijke begroeting, we hebben elkaar een aantal dagen niet gezien en hij vraagt of hij mij vanavond in de herberg over 12 km zal zien, ik weet het nog niet zeker maar zal hem zeker nog ontmoeten, tegelijkertijd stopt en een auto en mij wordt verteld dat er beneden een herberg is.


Ik dus naar beneden wat ik daar zag is niet te beschrijven, Jacobus zou zich accuut omkeren in zijn graf als hij dit zou zien, dit heeft niets meer met pelgrimeren te maken, niet met afzien, er is geen kerk en waar is de bezinning? Maar, mooi, mooi, mooi, op de berghelling een albege met uitzicht op het meer in het zonnetje een ongelofelijk plaatje, hier zou je niet meer weg willen, dat is een  staf, misschien toch iets met Jacobus "wat mooi lijkt is niet voor eeuwig" dus hou ik vast wat ik zie en dat is fantastich ik zal hier vandaag maar even genieten, de was wordt voor ons gedaan, we kunnen hiere eten en morgenvroeg is weer ontbijt in dit paradijs.
Buen  Camimo
Dirk
De Auberge, rechts de slaapruimte en links de leefruimte.


donderdag 22 april 2010

Dag 14 Aldea del Camino - Caceres

Vandaag een rustig dagje na een rustig nachtje alleen in een kamer, doet je wel even goed.


Zo'n 22 km gelopen door mooie natuur en natuurlijk heuveltje op en af, met het zonnetje erbij lijkt het haast op vakantie.

Het is stil op de route ik kom weinig pelgrims onderweg tegen terwijl de herbergen vaak vol zitten.

Cecares heeft aan de andere kant van de stad een herberg, ik ben de feestende stad doorgelopen voordat ik bij de herberg aankwam. Met of zonder ontbijt, het ontbijt kan je voor de prijs echt niet laten staan, dus met.

Ruime kamer met vijf bedden en als ik lekker gedoucht heb en de was buiten aan het luchten is en ik bijna weg dommel stapt John de kamer binnen hij heeft net 37 km gelopen. Wat een verrassing wel weer even gezellig.








woensdag 21 april 2010

Dag 13 Aljucen - Aldea del Camino



Je staat vandaag op met in je achterhoofd dat het gisteren niet liep, veel rust en wat smeren en wat pillen doet wonderen denk je. Dus een beetje onzeker, maar je moet toch op weg. Om 07.00 een sms’je van John die op mij zit te wachten bij het café, hij wil graag oplopen.

Hij vertelt enthousiast over het Romeinse bad dat hij gisteren genomen heeft, ofwel drie baden, één heet, één normaal en één koud (brr. brr. zo omschrijft hij dit bad). Zo'n driekwartier wisselbaden en daarna een massage, te gek gewoon vond hij. Daarna heeft hij gekookt en in zijn tent geslapen bij de rivier, koken was geweldig slapen minder, hoewel hij een muskietennet heeft zoemden de beestjes de hele tijd rond zijn tent, om drie uur ging het licht aan bij de fabriek en om vijfuur begonnen de vogels te praten of te kwetteren. Dit is de natuur!

We wisselen onder het lopen allerlei wetenswaardigheden over Engeland en Nederland uit, dit heb ik waarschijnlijk nodig, de meters vliegen onder ons door, we lopen vandaag zo'n 20 km en bij onze laatste stop na 15 km is John eerder weg en ik loop alleen en mis een afslag naar Aluescar, in de verte zie ik een plaats liggen, wel ver denk ik nog maar even doorzetten.

Als ik eindelijk bij de plaats kom en navraag doe blijkt er geen herberg te zijn, dat kan niet ik weet het zeker en haal mijn routeboek te voorschijn, met veel gebrabbel leggen zij uit dat er in de volgende plaats 6,5 km verder een herberg is. Ik kom er dan achter dat ik een plaats te ver ben gelopen, dus maar weer verder. Bij de waterpomp kom ik er achter dat ik mijn zonnebril onderweg heb laten liggen dus weer terug, hij ligt er gelukkig nog en dan op pad, ik mis wat in mijn handen, mijn stok! Weer terug ja hij staat er nog dan weer op weg voor de laatste keer hoop ik, als ik voortstap wordt het steeds donkerder in de verte, het gaat waarschijnlijk plenzen. Op tijd bereik ik het plein een aardige vrouw ziet mij aankomen en bied een kamer aan, die ik niet kan laten schieten. Terwijl ik inteken gutst het water uit de hemel en heb ik een lekker warm bad genomen goed voor de spieren. Ondanks mijn onzekerheid heb ik wel even 36,5 km weggetikt, niet om trots op te zijn wel leuk om te merken dat het weer gaat.

Adios Dirk



dinsdag 20 april 2010

Dag 12 Merida - Aljucen


Er zijn af en toe van die dagen dat ik mij alleen maar kan voortslepen, vandaag is zo'n dag dat je eigenlijk alleen maar in bed wil liggen.

Vanmorgen gaat de wekker om half zeven en je stapt nog niets vermoedend je bed uit, ik was eigenlijk wel blij dat ik opmocht staan na een nacht van draaien, wakker worden en weer weg sukkelen.
Ik begon toch wel opgewekt aan de dagelijkse bezigheden, tot ik bemerk dat ik mij nog niet geschoren had, doe ik altijd 's avonds, programma in de war, vaste ritme weg, je moet nadenken of je al dan niet wil scheren. Een kleine vraag (je doet het of niet, het is zo simpel), toch wordt het ritme verstoord wat je al had ingepakt moet er weer uit, ik wil toch wel prettig weg anders loop ik de hele dag aan mijn kin te voelen en denk dat ik er niet uitzie.
A la, om zeven uur de deur uit, de stad slaapt nog op woensdagmorgen bij de eerste helling in de stad merk ik al dat ik mij naar boven sleep, meer hijgen even stil staan en dan toch maar voet je voor voetje verder, gelukkig is de weg goed aangegeven en ik loop voor mijn gevoel moeizaam helling na helling op (de tocht staat beschreven als een stijgende tocht). Dan vallen de eerste spetters, het zijn nog druppels, een beetje motregen, net niet genoeg om de regenkleding te voorschijn te halen, wel om een beetje nat te worden.
Ik loop langs het meer van Embalse de la Proseperina, de weg is opgebroken en de pelgrims worden omgeleid. Ik heb het gevoel dat we een heel eind om moeten dus probeer ik over het bewerkte terrein te gaan, ik loop vast en vraag de weg, ja inderdaad ik moet een heel eind om zo wordt gewezen, dan wordt mijn teleurstelling opgemerkt en wenkt hij mij naar een gat in het hek en mag ik verder over het terrein.
De weg en het pad langs het water ligt helemaal overhoop en de wegwijzers zijn niet te vinden, met het route boek en de kaart weet ik de weg uiteindelijk te vinden en ben blij als ik na een aantal kilometers weer een gele pijl tegen kom. Je zal toch weer terug moeten.
Het landschap is prachtig en doet denken aan de paadjes die wij gelopen hebben in Griekenland, heuveltje op en af, langs stenen muurtjes, boompjes, gras en bloemen, grote granieten stenen of Romeinse muurtjes in het veld. Als mijn voeten wat beter hadden gewild had ik waarschijnlijk genoten, nu sleepte ik mij voort en de regen wordt zodanig dat ik mijn regenkleding toch maar aan moet trekken, heel gedoe in het openveld als het regent.
De omgeving wordt meteen grijs. Gelukkig de herberg is niet ver, ik plof dan ook met veel plezier op mijn bed om diep in mijn slaapzak weg te duiken, ik heb het koud.
We kunnen vanmiddag eten in de bar, menu over anderhalf uur, ik besluit mee te doen en mij tot die tijd rust te geven. Het middagmaal is geweldig pelegrinosoep smaakt goed, met gebakken eieren en salade daarna en afgesloten met fruit omringt door water en wijn en disgenoten die in Duits, Italiaans, Engels, Nederlands en Frans met elkaar converseren, geweldig toch.
We zitten echt te lunchen en om half vijf staan wij op. Ik ontmoet nog even mijn Engelse vriend John, hij zit bij de bar op het pleintje te schrijven aan vele vrienden, onder genot van een pilsje, de herberg vindt hij te duur en hij slaapt vijf kilometer verderop in een tentje dat hij meesjouwt en gaat zelf weer eten koken op zijn brandertje.
Ik besluit nog even weg te duiken in bed het doet mij goed en met de nodige smeersels en pillen voel ik mij later in de overvolle herberg weer een beetje de oude, als ik vannacht nog goed slaap zou dat helemaal geweldig zijn.